1) stad en vesting in het fransche Noorder-departement, 3 uren gaans benoordoosten Valenciennes, aan de uitwatering van de Haine in de Schelde ; 3200 inw. In 1478 werd C. ingenomen door Lodewijk XI, in 1580 door den prins van Oranje, in 1676 door Lodewijk XIV, en bij het traktaat van Nijmegen werd C. afgestaan aan Frankrijk.
De Oostenrijkers bemagtigden C. in 1793, maar de Franschen heroverden het nog in dat zelfde jaar. Gedurende de omwenteling droeg C. den naam van Nord-Libre. Een half uur gaans noordwestelijk van C. ligt:2) het dorp Vieux-C., met 4000 inw. ; was vroeger eene onafhankelijke baronie, die door huwelijk overging in het huis Bourbon, en aan eenen tak van hetzelve (den tak Bourbon-Vendôme, zie blz. 554) zijnen naam gaf (zie Prinsen van CONDÉ hieronder).
3) C„ dorpje met 600 inw. in het fransche dept. Aisne, 3 uren gaans beoost. Château-Thierry.
4) C.-sur-Noireau, stad met 6500 inw. aan de zamenvloeijing van den Noireau met de Drouance, in het fransche dept. Calvados, 6 uren gaans beoosten Vire; is de geboortepl. van Dumont d’Urville, wien er een standbeeld opgerigt is.
5) C.-sur-Vire, vlek in het fransche Kanaal-departement, aan de Vire; 2200 inw.
6) C.-sur-Iton, stadje aan den Iton, in het fransche dept. Eure ; 1200 inw.
