fransch generaal, geb. te Lons-le-Saulnier 1759, was kolonel in den slag van Fleurus, en hield met slechts drie bataillons stand tegen 10,000 Oostenrijkers. Hij werd als d ivisie-generaai gebruikt bij het leger van den Rijn en bij dat van den Donau.
In 1798, in den veldtocht in Zwitserland tegen de Russen, gaf hij de doorslaandste bewijzen van zijn meesterschap in de krijgstaktiek. Hij was een vriend van Moreau, en trok openlijk diens partij toen Moreau in staat van beschuldiging gesteld was; deswege viel L. dan ook in ongenade. In de Honderd Dagen trad L. weder in Napoleon’s dienst, kommandeerde een armee-korps in het departement van den Bovenrijn, en leverde verscheidene gevechten aan aartshertog Ferdinand; ofschoon veel zwakker in getalssterkte, hield hij zich heldhaftig staande in een gerelrancheerd kamp onder Béfort. Hij stierf aan eene ziekte in die stad 1815.