landstreek in Klein-Aziê, beslaande een gedeelte van de tegenw. pachaliks Siwas en Caramanië, grensde ten Z. aan Ciliciê, ten N. aan Pontus (dat vóór Alexander's tijd ook tot C. behoorde), ten O. aandenEuphrates.diehet van Armenië scheidde; de hoofdstad was Mazaca ofCesarea.DeCappadociërs waren bekend alstraag, bekrompen van verstand en bijgeloovig. Hunne godsdienst was het sabeismus; bij hen vond men den tempel van Comana, waar het vuur aangebeden werd.
Zij fokten veel vee en vooral ook uitmuntende paarden.In den beginne geregeerd door nagenoeg onafhankelijke vorsten, maakte C. vervolgens deel uit eerst van het perzische rijk, toen van het rijk van Alexander, daarna van de satrapie vanEumenes, later van het rijk van Antigonus, maar herkreeg zijne onafhankelijkheid omstr. 312. Van de eerste koningen van C. tot omstr. 370 is weinig bekend. Daarop volgden tien koningen, die dennaam van Ariarathes droegen (350 tot 92v.Chr.); vervolgens drie Ar;obarzanes(92—34 v.Chr.). Sinds Ariarathes Vil overwonnen was door Mithridates, sleepte diens val ook de onderwerping van C. aan de Romeinen na zich; niettemin bleef C. nog lang bestaan als koningrijk onder het protectoraat van Rome, en werd eerst een romeinsch wingewest onder Tiberius,na den dood van koning Aichelaus (17naChr.). Later werd het gesplitst in drie provinciën : Cappadocia la, in het noordwesten (hoofdpl. Sebaste); Cappadocia 2a, in het zuidwesten (hoofdpl. Mazaca); Armenia 2a, in het zuidoosten; het noordoostelijk gedeelte werd begrepen in Armenia la.