d. i. wet-bestrijding,noemden Luther en Melanchton de door Johannes Agricola verdedigde kleinachting van de mozaïsche zedewet en van het Oude Testament. Bij eene disputatie te Wittenberg vernieuwde Agricola de reeds vroeger geuite meening, dat de Wet tot regtvaardiging en heiliging der menschen niet noodzakelijk was, naardien de regtvaardiging alleen door het Evangelie en door het geloof verkregen wordt.
Zij, die zijne zienswijze aankleefden, heetten Antinomen (wet-bestrijders) of Antinomisten. In 1540, uit Berlijn, herriep Agricola de vroeger door hem verdedigde zienswijze; en de Antinomistische twist nam daarmede een einde. Sporen van kleinachting ten aanzien van het Oude Testament vinden wij reeds in de vroegste tijden van het Christendom (II Petri 2: 18 en 19); vervolgens bij de Gnostici, en later bij ettelijke sekten in de middeleeuwen. Ook onder Cromwell in Engeland vinden wij Antinomen, die, om de zonden-delgende kracht des geloofs in het licht te stellen, zelfs de ondeugd te baat nemen, en de zaligheid geheel onafhankelijk maakten van het zedelijk gedrag.