(Johannes Assuerus), of Ampzingius, geb. omstreeks 1560 te Ootmarsurn in Overijssel, gest. te Rostock 19 April 1642, was eerst predikant, werd vervolgens 1591 dokter, lijfarts van den vorst van Oost-Friesland, vertrok daarna naar Zweden, werd stadsgeneesheer te Wismar, vervolgens hoogleeraar te Rostock en lijfarts van den hertog van Mecklenburg. Hij heeft verscheidene zonderlinge boeken geschreven over theologische, medische,astronomische en andere onderwerpen.
(Samuel), zoon van den vorige, even als vroeger zijn vader predikant te Haarlem, gaf 1628 eene geschiedenis van Haarlem, door hem ,,in rijm bearbeid”, in het licht, berijmde den heidelbergschen catechismus en vertaalde eenige van zijns vaders wonderlijke hoogduitsche werken in het Latijn.