beroemd kruidkundige, geb 22 Aug. 1773 te La Rochelle, vergezelde 1799 Alex. von Humboldt naar Amerika, doorreisde gedurende vijf jaren Mexico, Cuba, Columbia, de Cordilleras,en de oeverlandstreken van denOrenokoen vandeAmazonen-rivier, en ontdekte meer dan 3600 tot dusverre onbekende planten. Na zijn terugkeer 1804 bood hij zijne gansche verzameling aan het Museum aan, en beschreef die*in zijn uitmuntend werk, getiteld Plantes équinoxiales recueillies au Mexique etc. (2 dln. in fol. met 120 platen, 1805—1816).
Napoleon behandelde hem met onderscheiding, schonk hem een jaargeld, en benoemde hem tot intendant der tuinen te Navarre en Malmaison. Den ledigen tjjd, dien deze betrekking hem liet, besteedde B. aan de zamenstelling van verscheidene andere belangrijke werken over botanie. In 1818 vertrok B. andermaal naar Amerika, werd dadelijk bij zijne aankomst te Buenos Ayres tot professor der natuurlijke historie benoemd, ondernam van daar 1820 eene ontdekkingsreis de rivier Parana op, doch werd 3 Dec. 1821 te Santa-Anna, waar hij thee-plantaadjen aangelegd en eene Indianen-kolonie gesticht had,overvallen en gevankelijk naar Dr. Francia (den dictator van Paraguay) gebragt, die hem als militair geneesheer naar een fort zond, waar hij tot 2 Febr. 1831 gevangen bleef. Zijne loopbaan was door deze tien jaren gevangenschap gebroken; zijn jaargeld uit de fransche schatkist was geschrapt, doch weldra werd hem dit weder verleend, en B. vestigde zich in een der eenzame oorden van Uruguay, digt bij het stadje SanBorja, zijne overige levensdagen uitsluitend toewijdende aan de wetenschap. B. was lid van een aantal geleerde genootschappen, en stierf te Santa-Anna 11 Mei 1858. Behalve het bovengenoemde en eene menigte andere werken van B. had hij met Humboldt gezamentlijk uitgegeven : Voyage aux régions équinoxiales du nouveau continent (2 dln., 1815 en v.); en Vues des Gordillèrcs el momments des peuples indigénes d’Amerique (2 dln.).
