(1) Bargoense (en van oorsprong Rotterdamse) term voor copuleren*. Alhoewel opgenomen door Joustra (in de betekenis van ‘seksueel contact’) gaat het hier niet om homotaalgebruik. Dit eufemisme is tegenwoordig vooral populair onder studenten. Het werd alleszins opgenomen in ‘Het Eerste Nederlandse Studentenwoordenboek’ (1994) van Albert Gillissen & Paul Olden.
Is het wel een lekker wijf, die Inge?
Hij hield zich kranig. ‘Je denkt toch niet dat ik een kadaver ga liggen krikken?’
Jan van Daalen: Sans rancune. 1991
Verleden jaar heeft hij na het schoolfeest met een meid zo liggen krikken in de fietsstalling dat het niet mooi meer was.
BoudewijnBüch: Het bedrog. 1993
Het is niet te geloven dat die ouwelui ooit met elkaar hebben liggen krikken.
Joris Moens in Vrij Nederland, 29-01-94
(2) Bargoense term voor masturberen*.
Ik geil op je... Simone.... Oewah.... Ik lig me nu te krikken.
Nieuwe Revu, 23-02-89
