Ambtenaar die aan de bel trekt over een vermeende misstand in een bedrijf, organisatie of bij de overheid. Hij of zij speelt informatie toe aan de media. Hij haalt vaak misstanden boven water die anders ‘onder de pet*’ zouden zijn gebleven. In het Engels noemt men zo iemand een ‘whistleblower’. In de ogen van velen gaat het om een klikker.
In 1995 werd in opdracht van de Europese Commissie een rapport opgesteld over de rol van dergelijke klokkenluiders bij het opsporen van fraude. Klokkenluiders zijn personen die gegronde vermoedens van onregelmatigheden* (nog zo’n eufemisme) in hun eigen organisatie naar buiten brengen. Tevoren moeten ze de zaak intern hebben aangekaart, tenzij ze goede redenen hebben om die stap over te slaan. Een klokkenluider is dus geen ordinair lekkende* werknemer, al wordt hij door tegenstanders meestal verweten de privacy te hebben geschonden van de personen die hij aanklaagt of waarover hij vertrouwelijke gegevens lekt*. Het rapport stelde vast dat de meeste landen, waaronder Nederland, klokkenluiders geen wettelijke bescherming bieden. In 1999 deed D66 een voorstel hiertoe.
Hoe zou het zijn met de klokkenluider die laatst het Europees Parlement zo op stelten zette?
de Volkskrant, 22-02-99
De raad geeft ook een oordeel over de positie van de klokkenluider, een term die gereserveerd dient te worden voor het publiekelijk aan de orde stellen van ernstige interne misstanden waar de ‘klokkenluidende’ ambtenaar feitelijk kennis van heeft. Klokkenluiden, zo stelt de raad vast, is een vorm van gebruik maken van vrijheid van meningsuiting waarbij de grens van wat de Gemeentewet al dan niet toelaat al snel in een schemergebied verzeild raakt. Maar klokkenluiders, zo concludeert de raad, kunnen een bijdrage leveren aan verbetering van de kwaliteit van het openbaar bestuur en daarmee behoud of herstel van het vertrouwen van het publiek in de overheid bevorderen.
Het Parool, 07-01-2000