Glas sterke drank. Eigenlijk: de hoeveelheid drank die men met eenmaal klokken naar binnen laat gaan. Klokken slaat op het klokkend geluid bij het drinken.
’K moet een weenichje neerwaers dujcken Dat ick vatte dat tepeltje gaef, En besien ’t oft ’er wt is te sujcken Met een rockjen een klockjen dat laef.
P.C. Hooft: Gedichten. 187 1-1875, geciteerd in WNT