I. vergaren, vergaderen, bijeen-, in-, verzamelen; bijeenbrengen, ophalen; plukken, oogsten; samentrekken; innemen, plooien; afleiden, opmaken; gather breath, (weer) op adem komen; gather way, vaart krijgen; gather in, binnen-, inhalen; gather up, oprapen, opnemen; optrekken [de benen]; verzamelen;
II. zich verzamelen; samenkomen, vergaderen; rijp worden [zweer]; zich samenpakken [wolken]; toenemen;
III. in; gathers, plooisel.