Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 28-02-2022

drain

betekenis & definitie

I. droogleggen, afwateren; draineren; aftappen; op-, uitdrinken; laten afdruipen of wegvloeien; onttrekken; uitputten; drain away (off), afvoeren [water]; drain of, beroven van;

II. af-, wegvloeien, uitlekken;

III. afvoerbuis, -pijp; -kanaal; afwatering; riool; fig onttrekking; uitputting; aderlating; a great drain on my pocket, een zware post.

< >