rector, medicus en dichter in het Nederlands en Fr. (Staveren ca. 1590Lwd.? na 1671). B. studeerde aan de Franeker hogeschool theologie, mathematica en medicijnen en was geneesheer o.a. te Workum, Bolsward, Dokkum en (na 1637) te Lwd.
Hij gaf werken van Adrianus Metius (Maetconstigh Lineael en De Sterckiènbouwinghc, ofte Fortificatie, 1626) in Nederlandse vertaling uit, leverde een belangrijke bijdrage tot de embleem-literatuur door zijn vertaling van Nebulo Nebulonum (1634) en bewerkte onder de titel Spiegel van ialousy of Democratia Corporis Humani, dat is, LedenStemminghe des Menschelijcken Lichaems enz. (1640) een boekje Ledenstrijdt van A. Stikke (1630). B. is van belang als almanakschrijver en als auteur van Friesche Boere-Practica of Prognosticatie (1640), een leerdicht voor boeren en zeelui, met opmerkelijke frisheid in de volkstrant geschreven.
Zie: N.B.W. 1, 205-206; De Ned. Leeuw (1930), 25; Wumkes, Paden iv, 175, 177, 178, 304; Folium (1957), 71; Repert., 225.