Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Witte juffers

betekenis & definitie

Widde juvvers, wieven of doames zijn demonische wezens of spookverschijningen (spokerij) die overal in Groningen ’s nachts, vooral tussen twaalf en een, op bepaalde plaatsen of wegen (vooral bij voormalige borgen, begraafplaatsen en kloosters of op wierden en driesprongen) lopen, dansen of zweven. Meestal met z’n drieën.

Dan is er ook wel één (gedeeltelijk) in het zwart (vgl. zwarte juffers). Ze zwijgen over het algemeen en zijn ongevaarlijk, maar plagen ook wel eens en spreken de mensen wel aan; wee dan degene, die een verkeerd antwoord geeft. Soms kondigen ze ongeluk of een sterfgeval aan, zitten ze achter de mannen aan (vgl. spinwijf) of gedragen ze zich als plaagbeesten. Met de bezwering De Heer is bij mij, ik zal niet vrezen zijn ze te verjagen. Bij Marum spoken ze bij de Ollewievenbult. Daar bewaken ze een begraven schat. In het Van Swinderensbos in Noorddijk bakken ze bombuizies onder de bomen en op de wierde Eelswerd tussen Kantens en Rottum zitten er drie joosjesthee te drinken.Lit.: Teenstra, Volksverhalen, 86-92; Huizenga-Onnekes, Volksverhalen, 18-23; Heksen, 189-203.

< >