(Siegen 1560 - Leeuwarden 1620)
Stadhouder van Stad en Lande, 1584/94-1620. Zoon van Jan VI de Oude van Nassau Dillenburg en Elisabeth van Leuchtenberg. Kort gehuwd (1586) met Anna, dochter van Willem van Oranje. Streed in dienst van het Staatse leger tegen de Spaanse Habsburgers, in 1579 al als kolonel. Maakte 1589 tot een keerpunt in het Noorden. In snel tempo overmeesterde hij de schansen bij Enumatil, Zwaagsterzijl, Reide en Zoutkamp.
Het sluitstuk van deze ‘schansenkrijg’ was de stad Groningen (1594). Samen met Maurits ondertekende Willem Lodewijk het Reductietractaat. Sindsdien was hij stadhouder van beide delen van het gewest. In 1597 maakte hij een tweede glorieuze intrede in de stad, na een succesvolle tocht in de oostelijke gewesten. Opvallend is ook zijn wetenschappelijke belangstelling. Hij was betrokken bij de oprichting van de Groninger universiteit (1614).
Verder droeg hij bij aan de protestantisering van het Noorden. In het conflict met de remonstranten koos hij evenals Maurits voor de contra-remonstranten. Hij spoorde zijn jongere neef hierin aan tot gematigdheid. In Groningen is een gymnasium naar hem vernoemd en sinds 1990 in het Lauwersmeergebied een kazerne, nadat een gelijknamig complex door Defensie te Appingedam was afgestoten.
Lit.: Ubbo Emmius, Willem Lodewijk, graaf van Nassau (1360-1620) stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe (Hilversum 1994: oorspronkelijke Latijnse uitgave: 1621): J.P.C.M. van Hoof, Willem Lodewijk van Nassau. Noorderling en Nederlander ('s-Gravenhage 1990); F. Postma, ‘Der Statthalter, der Politiker wurde. Der friesische Statthalter Wilhelm Ludwig (1560-1620) und der Konflikt um den Waffenstilstand’ in: H. Lademacher (red.), Oranien-Nassau, die Niederlande und das Reich (Munster 1995) 25-46.