Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Lintelo, van

betekenis & definitie

Adellijk geslacht van Gelderse oorsprong. Timan Johan baron van Lintelo (1638-1685) was militair; in Oost-Friese dienst drost van Esens en Wittmund, tevens diplomaat.

Hij was de vertrouweling van vorstin Christine Charlotte; de Lintelo- en Charlottenpolder bij Nieuweschans draagt hun beider naam. Van Lintelo kreeg van Burgemeesteren en Raad van Groningen het octrooi tot bedijking van het Nederlandse gedeelte hiervan (1680).Zijn zoon Everhard Frederik baron van Lintelo (1681-1761), door huwelijk heer van Stedum geworden, ontpopte zich als alleenheerser van het onderkwartier Hoogelandsteradeel (1719-1749). Hij was een der leiders van de staatsgezinde factie in de Ommelanden, tegen wie de volkswoede zich in 1748 mede richtte (zie oproer 1748). Verdacht van knevelarijen bij de schouw van wegen en vonders werd hij gedwongen alle geïnde boetes over lange jaren terug te betalen. Als collator van Stedum (zie collatierecht) stak hij kerkengelden in eigen zak.

Lit.: W.J. Formsma, ‘Jonkers en boeren op de Ommelander landdagen in de eerste helft der 18e eeuw’, GVA 1974-1975, 66-90; M.W. van Boven, ‘Deining om de Storkstertil’ in: I.B.M. Matthey (red). Westeremden. Het verleden van een Gronings terpdorp (Groningen 1975) 143-154.

< >