(Deventer 1882 - in de trein tussen Amsterdam en Weesp 1958)
Studeerde theologie in Leiden (1902) en promoveerde in 1909. Hervormd predikant in Oudorp (1908), Berkhout (1911) en Veendam (1913) en hoogleraar geschiedenis van het christendom in Groningen (1914-1952, emeritaat). Lindeboom was een van de belangrijkste kerkhistorici van de eerste helft van de 20ste eeuw. Sterk beïnvloed door zijn Leidse leermeester F. Pijper, bij wie hij cum laude promoveerde op een proefschrift over Erasmus, ontwikkelde hij zich tot een historicus die publiceerde op basis van nauwgezet bronnenonderzoek. Naast zijn veelzijdige arbeid als kerkhistoricus maakte hij tijd vrij voor activiteiten in de kringen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, de redactie van het Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis, de Vereniging van Vrijzinnig Hervormden, de Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep en vele andere culturele en maatschappelijke organisaties, waaronder het lidmaatschap van de Provinciale Groninger Archeologische Commissie en het voorzitterschap van de Adviescommissie voor de architectenkeuze. Zijn colleges over kerkbouw en de excursies met zijn studenten langs de Groninger middeleeuwse kerken zijn voor vele predikanten van grote betekenis geweest.
Lindeboom schreef vele werken over de kerkgeschiedenis, waarbij hij een zekere voorliefde voor de kerkelijke ‘randfiguren’ toonde, zoals blijkt uit zijn Stiefkinderen van het Christendom (1925). Grote bekendheid kregen zijn Geschiedenis van het vrijzinnig protestantisme (1929-1935), De confessionele ontwikkeling der reformatie in de Nederlanden (1946) en (samen met J.N. Bakhuizen van den Brink) Handboek
der kerkgeschiedenis (1942-1945). Hij verzorgde de derde tot vijfde druk van J. Reitsma, Geschiedenis van de hervorming en de Hervormde Kerk der Nederlanden (1916, 1933, 1949). Voor de geschiedenis van de Groninger universiteit is zijn Frederik Adolf van der Marck. Een achttiende-eeuwsche leeraar van het natuurrecht (1947) van groot belang. Liefde voor de (kerk) geschiedenis bij een breed publiek bevorderde hij met zijn populairwetenschappelijke, historische bijdragen aan Vrije Geluiden, het programmablad van de VPRO.
[Boneschansker]
Lit.: M. van Rhijn, ‘In memoriam dr. J. Lindeboom’ in: Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis 42 (1958) 187-193; J.N. Bakhuizen van den Brink, Johannes Lindeboom, Jaarboek KNAW (1957-1958) 1-10; Biografisch Lexicon Geschiedenis Nederlands Protestantisme 1,120-123.