Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Hunebed

betekenis & definitie

Graf van de trechterbekercultuur, bestaande uit rechthoekige kamers van twee tot negen paren zijstenen die een deksteen ondersteunen. Meestal aan de korte einden gesloten en voorzien van een ingang in het midden van een lange zijde, vaak met een korte gang van staande stenen ervoor (zgn. ganggraf).

De ruimtes tussen de stenen waren opgevuld met steenbrokken, en het geheel was ingepakt in een heuvel van zand. Binnen lag een vloer van veldkeitjes. Hunebedden werden gebouwd tussen 3400 en 3100 v.Chr., en dienden ook daarna als grafkelders tot 2850 v.Chr. In de provincie Groningen zijn ganggraven bekend van Noordlaren (nog half aanwezig), Glimmer en Onner Es (drie vernielde exemplaren). Naast de gewone hunebedden kennen we dolmens, steenkisten en vlakgraven.Dolmens zijn simpele constructies van vier liggende grote stenen, bedekt met een vijfde steen. Gebruikt als grafkeldertjes door de vroege trechterbekercultuur in Denemarken/Noord-Duitsland. Hieruit ontwikkelde zich de verlengde dolmen, een hunebed met een ingang aan de korte zijde. In 1982 werd een verlengde dolmen ontdekt onder de wierde van Heveskesklooster. Na onderzoek werd deze gereconstueerd in het museum te Delfzijl. Opvallend is dat deze dolmen die rond 3350 v.Chr. gebouwd werd, al deels vernield was en leeggeroofd, voor hij rond 2200 v. Chr. onder veen en klei verdween.

Steenkisten zijn smalle, langwerpige constructies van veldkeien in een kuil in de grond, gelijkend op een miniatuurhunebed zonder dekstenen. Zij werden gebruikt als graf in een vroege fase van de trechterbekercultuur. Een leeggeroofde en deels vernielde steenkist werd ontdekt onder de terp van Heveskesklooster. Deze is thans te bezichtigen in het Hunebedden Informatie Centrum in Borger.

Vlakgraven bestaan uit een simpele kuil in de grond, zonder steenconstructies, en zijn aan het oppervlak niet zichtbaar. Wel kunnen houten kisten aanwezig zijn geweest. In een vroege fase van de trechterbekercultuur werden deze gebruikt voor lijkbegraving, in een late fase ook voor begraving van crematieresten. Vaak werden meerdere potten meegeven als grafgift. Vlakgraven zijn onder andere bekend van de Glimmer Es, van het Hankampsveld bij Sellingen, en van de Veeler Es.

Nieuw onderzoek suggereert dat hunebedden niet gebruikt werden voor de begraving van hele gemeenschappen gedurende lange perioden, maar als begraafplaatsen van een klein aantal personen, waarschijnlijk leiders van die gemeenschap. Deze werden begraven met veel ceremonieel, inclusief begrafenismaaltijden. Het aardewerk dat hierbij werd gebruikt, werd achtergelaten in het hunebed. Daarnaast werden grafgiften zoals aardewerk, stenen werktuigen en barnstenen kralen aan de dode meegegeven.

[Brindley]

Lit.: A.L. Brindley, ‘Het gebruik van megalietgraven in Noord-Nederland’, Paleo-Actueel 8 (1997) 51-54.

< >