Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Hoogkerk

betekenis & definitie

Dorp ten W. van de stad Groningen, tot 1969 een zelfstandige gemeente met als overige dorpen en gehuchten: Vierverlaten, Leegkerk, Dorkwerd, Kleiwerd, Pannekoek, De Poffert en Slaperstil. Het oorspronkelijk agrarische dorp is sinds ca. 1850 geïndustrialiseerd door de nabijheid van de stad Groningen, de ligging aan het Hoendiep en de aanleg van de spoorlijn Groningen-Leeuwarden (1866).

De grootste bedrijven vestigden zich hier rond 1900: de N.V. De Noord-Nederlandsche Beetwortelsuikerfabriek (suikerindustrie) en in 1913 de coöperatieve strokartonfabriek ‘De Halm’. Op het grondgebied van de vroegere gemeente Hoogkerk is in de jaren ’60 en ’70 de Groninger stadswijk Vinkhuizen gebouwd en worden de komende jaren de nieuwe wijken Jonge Held, Oude Held en Ruskenven gerealiseerd.De hervormde kerk is een bakstenen gebouw, waarvan een groot deel van het schip en het koor nog uit de periode rond 1200 dateren. Een toren is in 1514 tijdens de Saksische oorlogen verwoest. De kerk is toen aan de westzijde ingekort. Tijdens de drastisch uitgevoerde restauraties (1963-1967) heeft de kerk haar oude afmetingen herkregen en is een nieuwe westgevel gebouwd. In de dakruiter bevindt zich een klok uit 1451. De preekstoel stamt uit het midden van de 18de eeuw; het orgel is afkomstig uit de kerk van Pietersbierum (Frl.), gebouwd door L. van Dam.

De gereformeerde kerk dateert uit 1861 en is vergroot in 1920. De r.-k. kerk (gewijd aan de H. Theresia van Lisieux) is in 1927-1928 naar ontwerp van A.Th. van Elmpt gebouwd.

De borg Elmersma wordt al in de 14de eeuw vermeld. In 1729 was het huis in het bezit van Evert Joost Lewe van Aduard. In dat jaar stond hij de graaf van Clancarty toe er zonder huur te betalen te wonen; of die er veel vertoefd heeft is onzeker. Na de dood van de graaf in 1734 werd het huis gedeeld en raakte het in verval. Het herenhuis dat na afbraak van de borg in 1753 werd gebouwd, is in 1939 gesloopt.

In de 14de eeuw Haghekerke = hooggelegen kerk, ten opzichte van die van Leegkerk.

Schimpnaam voor de inwoners: Mouskoolstronken.

Lit.: P. Kooy e.a.. Dorp naast een stad: Hoogkerk 1770-1914 (Assen 1993); G_A. Collenteur en R.F.]. Paping, De economische transformatie van een agrarische samenleving; Hoogkerk 1770-1914 (Groningen 1991); Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen, 169-175; A. van Dongen, Hoogkerk; veranderd gezicht 1900-1982 (Groningen 1983); S. Akkerman en G.L.

Smid, Hoogkerk door de eeuwen heen (Groningen 1976); G.L Smid, Hoogkerk in oude ansichten (Zaltbommel 1972); G.L Smid, Kerk op de hoogte. Geschiedenis van de grote kerk van Hoogkerk (Groningen 1972).

< >