Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Blaupot ten cate, steven

betekenis & definitie

(Noordbroek 1807 - Hoogezand 1884)

Volgde een theologische studie aan het Atheneum Amsterdam en het Doopsgezind Seminarium (1825). Doopsgezind predikant in Akkrum (1830) en Zaandam-Oost (1839-1848, emeritaat om gezondheidsredenen). Hij vestigde zich vervolgens in Hoogezand. Hij was lid van de Provinciale Staten van Groningen (1851) en lid van de Tweede Kamer (1851-1859). Van 1859-1880 was hij inspecteur van het lager onderwijs in Groningen.

Ten Cate werd vooral bekend om zijn uitvoerige studies over de geschiedenis van de doopsgezinden in Nederland, waaronder Geschiedenis der Doopsgezinden in Friesland (1839) en Geschiedenis der Doopsgezinden in Groningen, Overijssel en Oost-Friesland (1842). Hij won de zilveren medaille met het antwoord op een prijsvraag van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen met betrekking tot het onderwerp Levensschetsen van vaderlandsche mannen en vrouwen in de zuidelijke provinciën (1828) en een gouden medaille voor zijn studie over Het Armenwezen (1850). Als sociaal bewogen liberaal ging zijn belangstelling vooral uit naar de bestrijding van armoede, wat onder meer blijkt uit zijn betrokkenheid bij de uitgave van het Tijdschrift voor het armwezen.

Lit.: Biografisch Lexicon Geschiedenis Nederlands Protestantisme II, 67-68.

< >