Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Quellen

betekenis & definitie

(quoll; gequollen), wellen, opborrelen, stromen; zwellen, uitzetten; uitpuilen; Rauch quoll aus dem Schornstein, er steeg rook uit de schoorsteen op; mir quillt der Bissen im Munde, ik kan het eten niet door de keel krijgen; (quellte, gequellt), doen zwellen, weken; Erbsen quellen, erwten te weken zetten; gequellte Kartoffeln, in de schil gekookte aardappelen.

< >