Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Pflegen

betekenis & definitie

(pflegte; gepflegt), verplegen, verzorgen; beoefenen (wetenschap); volgen (politiek); gewoon zijn, plegen; ich pflegte es zu tun, ik placht 't te doen; hegen und pflegen, koesteren, vertroetelen; gute Beziehungen pflegen, goede betrekkingen onderhouden; Freundschaften pflegen, vriendschappelijke betrekkingen onderhouden; pflegen (pflog; gepflogen), Umgang pflegen, met iem. omgaan; Rat pflegen, raadplegen; der Ruhe pflegen, rust genieten.

< >