Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Himmel

betekenis & definitie

hemel; ihm hängt der Himmel voller Geigen, hij is in de zevende hemel; er ist wie vom Himmel gefallen, aus allen Himmeln gerissen, hij is uit de wolken gevallen; er lügt das Blaue vom Himmel herunter, hij liegt, dat hij zwart ziet; gen Himmel, ten hemel.

< >