hangen, ophangen, doen hangen; hängen bleiben, blijven hangen; blijven zitten op school; einen hängen lassen, (ook) iem. laten zakken; einem den Brotkorb höher hängen, iemand het verdienen van zijn brood moeilijker maken; an den Nagel hängen, (ook) a. d. kapstok hangen; mit einem hängen, met iemand een duel uit te vechten hebben (stud.).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk