Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Fallen

betekenis & definitie

(fiel; gefallen), vallen; verminderen, zakken; sterven (v. dieren); das Barometer fällt, de barometer daalt; ins Gewicht fallen, meewegen, van invloed zijn; er ist nicht auf den Kopf gefallen, hij is niet dom; es fällt mir auf die Nerven, het maakt me zenuwachtig; durchs Examen fallen, zakken voor een examen; ins Grüne fallen, naar groen zwemen; fallende Handlung, dalende handeling (in drama); fallende Reihe, afdalende reeks.

< >