Definities van Duits woordenboek (DU-NL) in de Ensie S
- Schifferklavier
- Schifflände
- Schiffsanzeigen
- Schiffsarzt
- Schiffsbauholz
- Schiffsbaumeister
- Schiffsbauwerft
- Schiffsboden
- Schiffseigner
- Schiffshebewerk
- Schiffsherr
- Schiffsingenieur
- Schiffskammer
- Schiffskatastrophe
- Schiffskeks
- Schiffskellner
- Schiffskorb
- Schiffskörper
- Schiffslände
- Schiffsleute
- Schiffsmakler
- Schiffsmannschaft
- Schiffsmeldung
- Schiffsmeßbrief
- Schiffsneubauten
- Schiffsordnung
- Schiffsort
- Schiffsortung
- Schiffspark
- Schiffspart
- Schiffsratte
- Schiffsraum
- Schiffsreeder
- Schiffstagebuch
- Schiffstrümmer
- Schiffsvermessung
- Schiffswelle
- Schiffswerft
- Schiffszoll
- Schiffszug
- Schiffszwieback
- Schiffzug
- Schikane
- Schikanieren
- Schikanös
- Schild
- Schildamsel
- Schildbauweise
- Schildbürgerstreich
- Schilddrossel
- Schilddrüse
- Schilderhebung
- Schildern
- Schildhalter
- Schildkäfer
- Schildknappe
- Schildkraut
- Schildkröte
- Schildkrötensuppe
- Schildlaus
- Schildpatt
- Schildpattfassung
- Schildträger
- Schildwache
- Schilf
- Schilfartig
- Schilfdach
- Schilfdecke
- Schilfern
- Schilfgarbe
- Schilfgürtel
- Schilfig
- Schilfleinen
- Schilfmatte
- Schilfmeer
- Schilfrohr
- Schilfrohrsänger
- Schilfweiher
- Schillebold
- Schiller
- Schillereidechse
- Schillerig
- Schillerlocke
- Schillern
- Schilling
- Schilpen
- Schimäre
- Schimärisch
- Schimm(e)lig
- Schimmel
- Schimmeln
- Schimmelreiter
- Schimmer
- Schimmern
- Schimpanse
- Schimpf
- Schimpfen
- Schimpfieren
- Schimpfkanonade
- Schimpflich
