Vooral rode maar ook witte wijnen. Rhónedal, Frankrijk
Halverwege Avignon en Orange, op de linkeroever van de Rhône, ligt de wijngaard van Châteauneuf, die een oppervlakte beslaat van ongeveer 3000 ha. Deze cru gaat er prat op de strengste normen en controles ter wereld te hanteren. Zonder Châteauneuf en zijn meest eminente wijnbouwer, wijlen baron Le Roy de Boiseaumarié, zouden er vandaag de dag in Frankrijk waarschijnlijk minder strenge regels bestaan, want in 1936 namen de autoriteiten de door de baron en andere wijnbouwers uit Châteauneuf reeds sinds 1923 toegepaste regels over voor de andere Franse wijnen. Tegenwoordig is Philippe Dufays, die de geneeskunde opgaf voor de wijnbouw, een van de stuwende krachten in die gemeente. In Châteauneuf nam men indertijd uit pure noodzaak zijn toevlucht tot die regelingen. Na de Eerste Wereldoorlog hoefde tussen de inhoud van een fles wijn en zijn etiket niet per se verband te bestaan.
Zo kon een onder de naam Châteauneuf verkochte fles best iets heel anders bevatten, en niet noodzakelijkerwijs een wijn uit de wijngaarden van Châteauneuf. Sinds 1923 is hier echter drastisch verandering in gekomen, en al zijn frauduleuze praktijken niet helemaal uitgeroeid, ze hebben wel een dodelijke klap gekregen.
In het noordelijk deel van de Côtes du Rhône worden de meeste wijnen van een zelfde druif gemaakt, maar in Châteauneuf mogen 13 druiverassen worden gekweekt. Het resultaat hiervan is dat de door de diverse wijnboeren geproduceerde wijnen onderling nogal kunnen verschillen, omdat elke wijnboer weer met een ander type druif werkt waarvan hij beweert dat juist deze bijzondere kenmerken heelt, en dat de kwaliteit van een Châteauneuf-du-Pape pas zijn top bereikt als men op de juiste manier met al die rassen weet om te gaan.
De Grenache geeft zachtheid en alcohol; de Mourvèdre, Syrah, Muscardin en Vaccarèse voegen ‘body’, kleur en stevigheid toe; de Counoise, Picpoul en Cinsault geven bouquet en frisheid; verfijning en warmte komen van de Clairette en de Bourboulenc. De Terret noir, Picardin en Roussanne zijn in Châteauneuf-du-Pape eveneens toegestaan. De wijnstokken zijn vrij ver uit elkaar geplant, soms wel 1,50 meter, terwijl dat ook de afstand tussen de diverse rijen is. De bodem is bedekt met grote kiezelstenen die soms wel zo groot zijn als een kleine kokosnoot. De druiventrossen rijpen tussen de verzengende zonnestralen en de warmte die er van de keien afstraalt. Deze gloeiende hitte, gepaard aan een nieuwe, kortere cuvaison, d.i. de periode van fermentatie tot opslag in fust, levert wijnen op die gewoonlijk de vereiste 12,5° alcohol (het wettelijke minimum dat maar door heel weinig Franse wijnen wordt gehaald en vrijwel nooit wordt overschreden) overtreffen en soms wel 14° en zelfs 15° halen.
Deze ‘vlezige’ wijn die een mooie, diepe kleur heeft, bezit niet de stevigheid van een Hermitage of een Côte Rôtie en rijpt sneller dan de meeste wijnen uit de Côtes du Rhône. Het komt geregeld voor dat hij al na een jaar of 3, 4 op dronk is. Zijn bouquet, hoewel minder intens dan dat van de Côte Rôtie, is heel bijzonder en zijn smaak is de typische wijnsmaak die men ‘vineus’ pleegt te noemen.
Er worden eveneens heel plezierige witte wijnen gemaakt, die, al hebben ze dezelfde bijzondere smaak als de rode, lang niet zo’n grote bekendheid en waardering genieten.
De naam Châteauneuf-du-Pape komt van een oud kasteel, eens eigendom van de pausen die in Avignon zetelden (14de eeuw). Destijds was het een nieuw kasteel dat de kerkvorst tot zomerresidentie moest dienen. Met de bouw ervan werd begonnen onder Clemens V, voormalig aartsbisschop van Bordeaux en een groot wijnliefhebber (dank zij Château PapeClément leeft hij voort in de Bordeaux). Het kasteel kwam gereed onder Clemens VI, maar de wijngaarden werden ongetwijfeld aangelegd onder paus Johannes XXII, d.w.z. tussen Clemens V en Clemens VI. Het domein had zwaar te lijden van de godsdienstoorlogen en het kasteel brandde in 1552 af.
Het is zeer waarschijnlijk dat de wijnen uit deze streek pas tegen het eind van de 19de eeuw de naam Châteauneuf-duPape kregen; daarvoor werden ze ‘wijnen van Avignon’ genoemd. De produk>ie kan in deze streek van jaar tot jaar nogal verschillen, omdat de druiven in een dergelijk droog klimaat dikwijls klein blijven wegens gebrek aan vocht. Maar in goede jaren bedraagt de opbrengst ongeveer 700 hl witte en zo’n 100 000 hl rode wijn.
Het woord Châteauneuf doet denken aan de châteaux in de Bordeaux en is daardoor in de ogen van het publiek extra aantrekkelijk. De laatste jaren worden deze wijnen voor een deel binnen 12 maanden na de oogst op fles gebracht; ze zijn dus lichter dan de traditionele Châteauneuf-du-Pape en hebben eigenlijk meer weg van de betere Beaujolaiswijnen. Hieronder volgt een lijst van de belangrijkste wijngaarden in Châteauneuf-du-Pape:
Oppervlakte in ha
Domaine des Fines-Roches 47,35
Domaine de la Nerthe 58
Clos Saint-Jean 44,49
Domaine de Nalys 50
Château de Vaudieu 85
(Hiervan is op het ogenblik maar zo’n 40% in gebruik, maar het geheel heeft
recht op een Appellation d’Origine Contrôlée.)
La Gardine 54
Château-Fortia 28
Domaine des Sénéchaux 23,59
Clos des Papes 32
Domaine de Saint-Prefert 14,16