Deze pad leeft in het water, overwintert op het droge, is van boven geelbruinachtig met een oranje buik; klein maar met een grapje gaat de geelbuikvuurpad door het leven; als hij schrikt kruipt hij in elkaar, houdt zich dood en wordt weer levend als het gevaar voorbij is. Dus, als het stekelvarken maar zonder stekels.
In Limburg zijn veel geelbuikvuurpadden.