Geb. Arnhem 15 augustus 1866, overl.
Arnhem 9 januari 1914. Woonde en werkte aldaar, in Amsterdam na 1882, Antwerpen van ca. 1887, Arnhem van ca. 1891 af Heeft ook gewerkt in Den Haag, Uddel, Baarn, tijdelijk Parijs, Mook enz. Leerling van W. A. van de Gumster te Arnhem, daarna leerling van ‘Kunstoefening’ aldaar olv. Sieger Baukema. Ging op 16-jarige leeftijd naar de Rijksakademie te Amsterdam, o.l.v.
A. Allebé (behaalde L.O. tekenen in 1891 en MO. tekenen in 1892), studeerde hierna op de Tekenakademie te Antwerpen. Schilderde en tekende landschappen, dorpsgezichten, enkele figuurstukken en portretten.Tentoonstellingen Maastricht 1890 en 1896, Rotterdam 1891 en 1894, Arnhem 1890 en 1893,1897 en 1901, Den Haag 1893 en Amsterdam 1895 en 1903: gezicht in Gelderland; landweg; op de heide bij Rheden; het dorp in het voorjaar; bij het veer; op de hof; huiselijke bezigheid; middagverpozing; stilleven; bij Sonsbeek (tekening); gezicht bij de kerk te Soest; gezicht op Arnhem; enz. Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker.