Geb. Rotterdam 7 maart 1816, overl.
Haarlem 12 mei 1893. Leerling van J. H. van de Laar. Broer van A. J. van Wijngaerdt. Werkzaam in Rotterdam tot 1837, Delft 1838, Den Haag tot 1857, Londen in 1860 en later in Haarlem. Schilderde en lithografeerde portretten en figuurstukken.Tentoonstellingen Rotterdam 1836 tot 1856, Den Haag en Amsterdam 1834 tot 1881: Rembrandt in zijn atelier; biddende herder in een landschap (dit laatste door J. F. Hoppenbrouwers 1849); het beluisterd gesprek; vertrouwelijke mededeling; de voorspelling; gewond krijgsman wordt door familie bezocht; bezoek van een weduwnaar aan het graf van zijn echtgenote; moeder tracht haar kind lezen te leren; alchemist; de zorg voor de blinde; het diner; voorjaarsbloemen enz.
HAARLEM -Frans Halsmuseum: herenportret (waarschijnlijk niet gem.).
Kunstkronijk 1843/44 (bldz. 36), 1843/46 (bldz. 36), 1851 (bldz.30), 1858 (bldz. 62), 1863 (bldz. 46), 1864 (bldz. 46).
Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.