Johannes Cornelis; geb. Heiligenstadt (Dld) 24 maart 1872, overl.
Apeldoorn 8 november 1945. Nederlandse nationaliteit. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1891, Antwerpen tot 1894, Brussel tot 1895, Parijs tot 1900, Utrecht tot 1904, Zeist tot 1923, De Bilt tot 1944; daarna in Apeldoorn. Leerling van de Quellinusschool te Amsterdam (1888-1891) o.l.v. B. J.
W. M. van Hove, van de Akademie v. B.K. te Antwerpen (1891-1894), van de Akademie v. B.K. te Brussel (1894-1895) olv. P. Ch. van der Stappen, daarna te Parijs op de Académie libre Julian, de Ecole des Beaux-Arts en de Académie libre Colarossi.
Was van 1900 af stempelsnijder aan de Rijksmunt te Utrecht. Ontwerper en vervaardiger van plaquettes, medailles en o.m. van de vroegere nikkelen stuiver. Behaalde in 1896 de 2de prijs in de Prix de Rome. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Elsevier XXI, 1901 (C. Snabilié, bldz. 3-11).
Lurasco; Mak van Waay ; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.
