Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Weissenbruch, willem johannes (‘willem’)

betekenis & definitie

Geb. Den Haag 14 februari 1864, overl.

Bloemendaal (Aerdenhout) 17 oktober 1941. Woonde en werkte in Den Haag, ’t Gooi, De Kaag, Noorden, Nieuwkoop, Bussum, Naarden tot 1939, daarna in Bloemendaal (Aerdenhout). Begon met het schilderen van dekors olv. J. Stortenbeker, daarna leerling van de Akademie v. BK. in Den Haag olv.

Fr. Becker en leerling van zijn vader H. J. Weissenbruch. Schilderde, tekende en etste landschappen (min of meer in de trant van zijn vader), stillevens enz. Gaf les aan J.

C. R. Aué en K. Heeman. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Tentoonstellingen Arnhem 1890 en 1893 en Den Haag 1890: stillevens; lentedag, gezicht te Nieuwkoop; op de plassen; enz.

NIJMEGEN -Commanderie van St Jan: de Waal bij Slijk-Ewijk (tekening).

Luns; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller.

< >