Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Weiland, johannes

betekenis & definitie

Geb. Vlaardingen 23 november 1856, overl.

Den Haag 13 november 1909. Oom van F. C. en J. Weiland. Woonde en werkte in Vlaardingen tot 1879, Rotterdam (Kralingen) tot 1900, daarna in Den Haag. Leerling van de Akademie v.

B.K. te Rotterdam, van 1879 af leraar aan dit instituut. Schilderde, aquarelleerde en tekende vnL figuur- en genrestukken (w.o. veel interieurs), enkele stillevens en landschappen. Bijzonder begaafd in zijn aquareltechniek. Was lid van het ‘Aesthetisch Genootschap’ te Rotterdam en van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag en Rotterdam 1884-1903: grootmoeder; dorpssmederij; verpleegster; spieringvissers; lezende man; visvrouw; oudheidkenner; stilleven; vissers op het ijs; wasdag; tamboerijnspeelster enz.

DORDRECHT -Dordrechts Museum: Scheveningse vrouw achter een visbank.

Scheen 1970; Thieme-Becker.

< >