Petrus Marinus; geb. Den Haag 30 september 1876, overl.
Apeldoorn 26 juli 1949. Woonde en werkte in Den Haag, Heelsum van 1901 tot 1903, Renkum na 1904 tot 1932, daarna in Apeldoorn. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag (behaalde de akten L.O. en M.O. tekenen), naderhand van de tekenakademies te Dresden en Brussel. Kunstschilder, genealoog en wapenkundige. Hij schilderde en tekende figuren, interieurs, landschappen, bloemen en stillevens.
Was lid van diverse kunstgenootschappen en o.m. voorzitter van ‘Pictura Veluvensis’ te Renkum. Gaf les aan J. A. Heynis.Tentoonstellingen te Arnhem 1901, Rotterdam 1902 en Leeuwarden 1903: de Friese klok; vergezicht; in het bos.
Mak van Waay; Scheen 1970.