Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Visser (ii), jan

betekenis & definitie

Geb. Groningen 18 oktober 1856, overl.

Zandvoort 3 december 1938. Signeerde: J. Visser jr. Woonde en werkte in Groningen, Amsterdam van vóór 1885, Abcoude-Baambrugge 1911-1918, daarna in Zandvoort. Leerling van de Akademie ‘Minerva’ te Groningen olv.J. H.

Egenberger, van de Rijksakademie (1880-1882) en van de Rijksnormaalschool (1881-1882) te Amsterdam. Behaalde 3 medailles op de Akademie ‘Minerva’ te Groningen. Schilderde, tekende en lithografeerde bloemen, stillevens, figuren (mensen) en portretten. Bekend door zijn goede portretlitho’s; is tevens boetseerder. Leraar tekenen tot 1901, daarna waarnemend direkteur van de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijzers te Amsterdam. Gaf les aan G.

Alozerij, J. C. Bander, D. A. Bueno de Mesquita, J. Dooijewaard, R Gerbrands, L.

Gestel, H. J. Gort, Ch. W. F. Haak, M.

M. C. Hermann, J. A. Hohman, A. F.

Hubeek, J. H. Isings, J.Jans, W. A. Knip, K. Koster, N.

A. van der Kreek, J. D. Lensvelt, L. Lutomirski, F. G. L. du Mee, L.

J. Muller, C. Nierop, J. P. C. van Os, P. Peizel, H.

N. Polderman, J. P. Ponstijn, M. C. Schakel, G.

J. Staller, L. Visser, C. A. Vlaanderen, Th. ter Weeme, J. Wigersma en W.

L. Wijmans.HAARLEM -Frans Halsmuseum: mannenportret, LAREN (N.H.) -Singer Museum: zelfportret; boeket narcissen; azalea’s.

F. Vermeulen: 'Jan Visser Jr’, Flaarlem 1937.

Luns; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Waller.

< >