Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Versteeg(h), machiel (michiel)

betekenis & definitie

Geb. Dordrecht, ged. 15 september 1756, overl.

Dordrecht 8 november 1843. Leerling van Arie van Wanum en Joris Ponse, later van J. van Leen (die kunsthandelaar was en hem in de gelegenheid stelde belangrijke schilderijen te kopiëren), vader van W. van Leen, de kunstschilder. Schilderde aanvankelijk landschappen, doch legde zich later hoofdzakelijk toe op het schilderen van kaars- en lamplichten (interieurs en genrestukken). Hij was lid van het Koninklijk Nederlands Instituut, tevens van de Koninklijke Akademie te Antwerpen en lid van verdienste bij het genootschap ‘Pictura’ te Dordrecht. Raadgevingen aan J. Schoenmaker Pzn en G.

Smak Gregoor. Gaf les aan J. Kelderman, L. de Koningh, A. Meulemans, J. Rosierse, M. Schouman en A. Teerlink.Tentoonstellingen Dordrecht 1819 en Haarlem 1825: kruidenierswinkel met twee vrouwen bij kaarslicht (M. Versteegh); smidswinkel bij lamplicht; vrouwtje met brandende kaars in een nis; jonge vrouw, die een draad in een naald steekt, bij kaarslicht; enz.

AMSTERDAM - Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): landschap bij maanlicht met twee figuren (sepiatekening). -Rijksmuseum: avondschool (gem. M. Versteegh Fecit 1786); musicerend gezelschap bij kaarslicht (gem. M. Versteegh fecit); schuurster bij lamplicht (gem.

M. Versteegh fecit). DORDRECHT -Dordrechts Museum: vrouwtje in een nis bij kaarslicht; twee meisjes aan tafel bij kaarslicht.-Gemeentearchief: wijndrinker bij kaarslicht (aquarel); smidse met drie figuren (tekening in 0.1. inkt). HAARLEM -Teylers Stichting: kaarslicht (gem. M Versteegh). ROTTERDAM Museum Boymans-van Beuningen: een spinster; een tekening.


Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall II en port.; Wurzbach.

< >