Jacoba (‘Coba’); geb. Amsterdam 5 september 1879, overl. ald. 5 februari 1970.
Leerlinge van de Tekenschool voor den Werkenden Stand te Amsterdam olv.J. Mendes da Costa (boetseerlessen), van de Rijksakademie aldaar (1901-1906) daarna van Coba Ritsema. Behaalde L.O. tekenen. Schilderde, aquarelleerde en tekende figuren, portretten en stillevens. Heeft ook litho’s gemaakt. Verkreeg veel onderscheidingen, w.o. de Willink van Collenprijs in 1913 en de gouden medaille van koningin Wilhelmina (tent. ‘Arti et Amicitiae’) in 1929, enz.
Een van de zgn. Amsterdamse Joffers. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ en korte tijd van ‘St. Lucas’ te Amsterdam en ook van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag.DEN HAAG -Gemeentemuseum: het zieke meisje, UTRECHT -Centraal Museum: fruitschillend meisje; visstilleven -Rijkscollectie: stilleven met paddestoelen; vissen en schelpen; visstilleven.
Tentoonstelling Singer Museum Laren (cat. 12/12/1976-50/1/1977).
Elsevier LIII, 1917 (Kroniek).
H. H. van Calker: 'In het atelier van den schilder’ (bldz. 276-282), Amsterdam 1941; J. H. van Eikeren: ‘De Amsterdamse Joffers’ (bldz. 21-22), Bussum 1947; A. Venema: 'De Amsterdamse Joffers’ (bldz. 115-125), Baam 1977.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller.