Geb. Hoogeveen 26 mei 1814, overl.
Hoogeveen 20 februari 1900. Leerling van J. van Ravenswaay. Werkte in Hilversum van vóór 1835 tot 1836, Haarlem (Heemstede) tot 1842, Hoogeveen van 1844 af. Schilder van bloemen, vogels, vruchten- en wildstillevens. Gaf les aan E. J.
Koning. Ook dichter en schrijver van ‘De Clapper der Calkoens’ en maakte o.a. een Ned. vertaling van Goethe’s Faust.Tentoonstellingen Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Groningen 1835-1867: bloemstukken; dood wild-, bloem- en vruchtenstillevens.
AMSTERDAM -Gebouw Gemeente Universiteit: bloemen. -Rijksprentenkabinet: tekening(en).
Immerzeel; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Wurzbach.