Geb. Amersfoort 7 maart 1872, overl.
New York 1 februari 1944. Woonde en werkte in Winterswijk, Amsterdam, Uden 1904-1905, Amsterdam, Parijs 1912, Zeeland 1912, Parijs tot 1914, Domburg, Amsterdam, Laren (NB.) tot 1919, Parijs tot 1938, Londen tot 1940, daarna in New York. Leerling van zijn vader, die goed amateurtekenaar was, van zijn oom Frits Mondriaan, van J. Braet von Uberfeldt en van de Rijksakademie te Amsterdam (1892-1897). Behaalde L.O. tekenen (1889) en M.O. tekenen (1892). Schilderde, tekende en etste naturalistisch (1882-1908) landschappen, figuren en stillevens; in de overgangsperiode (1909-1915) naar het abstrakte neigend, daarna meer en meer composities en abstrakt.
Was lid van ‘Kunstliefde te Utrecht’ tot 1910, van ‘Arti et Amicitiae’ en ‘St Lucas’ te Amsterdam. Wordt genoemd ‘één van onze grootste kunstenaars van onze eeuw’. Schreef over het neoplasticisme. Gaf les aan B. Groeneveld, A. L.
Reelfs, M. J. Westenborg, L. A. A. Zaalborn en A.
W. Zethraeus.AMSTERDAM -Stedelijk Museum: landschap met boerderij en vee; chrysanth; de Molen; schilderij nr. 3; compositie in geel en grijs; schilderij III; compositie met rood, geel en blauw; enz. EINDHOVEN -Stedelijk Van Abbemuseum: compositie XIV, 1913; compositie 1930; toneelmaquette ‘L’éphémère est éternel’ 1926 (beschilderd hout), DEN HAAG -Gemeentemuseum: een zéér grote collectie werken (zie cat. ‘Mondriaan in de collectie van het Haags Gemeentemuseum’, 1964). HAARLEM -Frans Halsmuseum: landschap; boerderij in weidelandschap (aquarel), OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: negen composities en een houtskooltekening (lelietak). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: compositie met kleurvakjes (gem. PM 17.); compositie met geel en blauw (gem. P.M. ’29). UTRECHT -Collectie van Baaren: landschap met wilgen.
Tentoonstellingen o.m. Haags Gemeentemuseum (cat. 10/2-12/4/1933 en 17/68/8/1966).
Elsevier L, 1913 (Kroniek), LXIII, 1922 (Kroniek)en LXXXIV, 1932 (J. Bendien, bldz. 168-174); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1927 (H. van Loon, bldz. 193-199); artikelen in tijdschriften in binnen- en buitenland.
J. Blom: Van Piet Mondriaan tot P. M.' Amsterdam 1933; M. Seuphor: ‘P. Mondrian’, Amsterdam 1936; M. Seuphor: Mondriaan, composities’, Den Haag 1938; S.
Hunter: Mondrian’, New York 1938; H. L. C.Jaffé: ‘Inleiding tot de kunst van Mondriaan', Assen-Amsterdam 1939; Mondriaan in de collectie van het Haags Gemeentemuseum'(samenstelling C. Blok, catalogus 1964) L.J. F. Wijsenbeek en J.J.
P. Oud: Mondriaan’, Zeist 1964; L.J. F. Wijsenbeek: Piet Mondriaan', Recklinghausen 1969; H. L. C.Jaffé: Piet Mondrian’, New York 1970; C. Blok: Piet Mondriaan, een catalogus van zijn werk in Nederlands openbaar bezit’, Amsterdam 1974.
Luns; Lurasco; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Vorsterman van Oyen; Waller.