Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Mieris (de jonge), van

betekenis & definitie

Frans; geb. Leiden 24 december 1689, overl.

Leiden 22 oktober 1763. Woonde en werkte in Leiden. Leerling van zijn vader W. van Mieris en kleinzoon van F. van Mieris (de Oude). Portret- en genreschilder; tevens penningen oudheidkundige. Ook heeft hij geëtst. Was tevens direkteur van de Leidse Tekenakademie. Gaf raadgevingen aan H. van der Mij.AMSTERDAM -Rijksmuseum: de apotheker (gein. F. v. Mieris Fecit A° 1714); de kruidenierster (gem. F. van Mieris Fee. A° 1715); de kluizenaar (gem. F. v.

Mieris F. 1721). -Rijksprentenkabinet: tekeningen. HAARLEM -Teylers Stichting: allegorische voorstellingen (tekeningen), LEIDEN -Rijksprentenkabinet: een portret en een zelfportret (tekeningen). -Stedelijk Museum De Lakenhal: regentenstuk en enige portretten (w.o. een zelfportret). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: de visverkoper.


Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VIII; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.

< >