Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Langendijk, jan anthonie

betekenis & definitie

Geb. Rotterdam, ged. 16 juni 1780, overl.

Amsterdam 10 april 1818. Woonde en werkte in Rotterdam tot 1807, Sleeswijk (Dld) 1808, daarna in Amsterdam. Leerling van zijn vader D. Langendijk. Schilderde, tekende, aquarelleerde en etste figuren, militaire taferelen en stadsgezichten met veel figuren. Bekende tekeningen van hem stellen voor: de komst van de Fransen in 1794; het landen en het vertrek van de Engelsen in 1799.

Gaf les aan J. A. Bouwmeester. AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: ruim 20 tekeningen, w.o. 7 paardenstudies. HAARLEM -Gemeentearchief: een tekening. -Teylers Stichting: de slag bij Waterloo (aquarel), LEIDEN -Legermuseum: een aantal gravures van militairen. -Stedelijke Prentenverzameling: de ruïne na het ontploffen van het kruitschip in 1807 in Leiden (tekening). ROTTERDAM -Gemeentearchief: ca 40 aquarellen en tekeningen, w.o. 30 stuks met afbeeldingen van uniformen. Museum Boymans-van Beuningen: enige tekeningen, w.o. een stadsgezicht (aquarel).

Rotterdams Jaarboekje 1955 (mr H. C. Hazewinkel, bldz. 159-141).

Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VIII; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten V2; Waller; Wurzbach.

< >