Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Heppener

betekenis & definitie

Johannes Jacobus (‘Jan’); geb. Den Haag 31 oktober 1826, overl.

Den Haag 1 maart 1898. Woonde en werkte in die stad. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag (1846-1847) en van H. van de Sande Bakhuyzen. Haags schilder van stadsgezichten en landschappen, heeft ook geëtst en gelithografeerd. Vriend en leerling van J.

H. Weissenbruch.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1849-1896: stadsgezichten o.a. te

Delft en Den Haag, landschappen, w.o. de Broeksloot, de Schelpsloot; Zorgvliet, Dekkersduin, Scheveningen met omgeving; enz.

DEN HAAG -Gemeentemuseum: veel kleine schilderijen, w.o. een panorama op Den Haag; de Gedempte Burgwal in Den Haag; de Trekvaart bij Den Haag; een boerenhofstede; een bosweg; een strandgezicht; een buurtje; enz. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: een boerenhoeve (J. J. Heppener 1875). UTRECHT -Nederlands Spoorwegmuseum: bebouwd landschap met spoorlijn en overweg (ca. 1847).

Scheen Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >