Geb. Den Haag 22 augustus 1799, overl.
Den Haag 13 maart 1868. Leerling van J. W. Pieneman, in 1825 van het Haagse Tekengenootschap. Sedert 1829 was hij als tekenleraar aan het hof verbonden. Gaf o.m. les aan J.
P. Vaupel Kleijn. Schilderde vnl. portretten, ofschoon er ook landschappen en genrestukken met figuren van hem bekend zijn.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1819—1866: meer dan 50 portretten; landschap met waterval; tekening van een lezende vrouw; jong kunstenaar in zijn werkplaats; kindje met hond; kruisiging van Christus; Simon in de gevangenis door zijn dochter gelaafd; geleerde in zijn studeervertrek; enz.
ALKMAAR -Stedelijk Museum: twee herenportretten. AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: zelfportret (tekening), DEN HAAG -Gemeentemuseum: portret van W. J. J. Nuyen (1828); twee andere portretten (1847). MIDDELBURG -Zeeuws Museum: portret van koning Willem I (1826).
Kunstkronijk 1868 (bldz. 56).
Marius; Immerzeel; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Wurzbach.