Jan Jacobus Matthijs; geb. Amsterdam 18 juli 1825, overl.
Velsen 20 maart 1905. Werkte in Amsterdam tot 1877, Den Haag van 1877-1882, Etten en Leur (N.Br.) van 1882-1895, Haarlem 1895 en daarna in Velsen. Genre- en figuurschilder, heeft enkele historiestukken vervaardigd en maakte aquarellen en tekeningen (figuren).Tentoonstellingen te Amsterdam in 1850-1856 en 1877, Den Haag in 1851,1857, 1861,1863,1866 en 1869, Leeuwarden in 1853,1855,1859 en 1863 en Groningen in 1852,1877, enz.: de verliefde; de godsdienstles; het verhaal van een soldaat; de ketelschuurster; de grootvader; het bezoek van grootmoeder; vrouw bezig pannekoeken te bakken; het onderricht in de zeevaart; de kaartspelers; de terugkomst en het vertrek van een zeeman; boer bezig een pijp te roken; nieuwsgierigheid;
OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: drie aquarellen (figuren).
Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker.