Ged. Den Haag 7 juni 1689, overl.
Den Haag 1765; (op 29 april 1765 werd impost betaald voor het begraven van Pieter van Cuyck, oud 76 jaar, overleden aan een beroerte). Leerling van M. Terwesten. Schilderde aanvankelijk historiestukken en interieurs, legde zich later geheel toe op het etsen en graveren, w.o. een afbeelding van een graftombe, werkte ook naar schilderijen van Rubens. Gaf les aan H D. Cuipers, C.
C. van Cuyck, M. K. van Cuyck en P. van Cuyck (II).Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VII; Scheen 1946 en 1969; Waller; Wurzbach.