Geb. Amsterdam 22 december 1790, overl. vóór 14-11-1863, wanneer zijn weduwe overlijdt in Vreeland.
Woonde in 1826 in Amsterdam, in 1838 in Muiderberg en in 1841 in ’s-Graveland. Een amateur, van beroep rijksambtenaar (vermoedelijk ook apotheker, in ’s-Graveland was zijn beroep bloemist). Schilderde en etste landschappen.Er zijn enige etsen van hem bekend, o.a. boerenerf met hoge bomen; aan een watertje; bergachtig landschap met waterval; enz. Tentoonstellingen te Amsterdam in 1820 en 1822: Gelders landschap; Drents landschap; gezicht in het dorp Blaricum.
Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek II; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.