Geb. Rotterdam 4 augustus 1808, overl.
Delft 16 januari 1897. Vormde zich zelf. Aanvankelijk letterzetter, later houtsnijder (houtgraveur). Tot zijn beste werk behoorden de illustraties voor medische en wiskundige wetenschappelijke handboeken. Werkzaam in Den Haag, na 1835 in Delft. Gaf les aan C.
G. Bal en G. C. Bal.Tentoonstellingen te Rotterdam in 1836: houtsnede, het wapen van Rotterdam in 1836: houtsnede, het wapen van Rotterdam. Den Haag 1837: gezicht te Ivrea in Piemont (houtsnede); gezicht op het Karthuizer klooster bij Pavia (houtsnede). Amsterdam 1842: proeven van houtgravures.
Immerzeel; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VII; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Wurzbach.
