Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Bakker, cornelis

betekenis & definitie

Geb. Goedereede 7 juni 1771, overl.

Rotterdam 9 januari 1849. Leerling van zijn grootvader A. C. Hauck. Woonde en werkte in Rotterdam. Was van beroep tekenleraar, o.a. aan het Rotterdamse Kunstgenootschap.

Schilderde portretten, ook in miniatuur, en interieurs met figuren van zeer fijne kwaliteit. Zijn tekeningen van de Franse Sansculottes (samen met zijn leermeester) zijn bekend. Gaf les aan A. Bakker, J. A. Bakker, W.

Cooke, Ch. Immerzeel, B. van de Laar, J. H. van de Laar, G. de Meijer, F. Montauban van Swijndregt, J. Tavenraat.Tentoonstelling van portretminiaturen te Rotterdam in 1910: miniaturen (in waterverf) op ivoor.

HAARLEM -Teylers Stichting: een tekening. ROTTERDAM -Museum Boymansvan Beuningen: portret van zijn zoon en dochter (gem. Cs. Br. Fect.).

Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I; Wurzbach.

< >