Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Gepubliceerd op 11-11-2022

UFO’S

betekenis & definitie

In juni 1947 zag de Amerikaanse staatsburger Kenneth Arnold in het gebied van de Mount Rainier, in de staat Washington, een merkwaardig voorwerp in de lucht, dat hij als een vliegende schotel omschreef. Kort daarna stortte volgens verklaringen van de landmeter Jim Ragsdale in de buurt van de streek Roswell, in de woestijn van New Mexico, een onbemand buitenaards ruimteschip neer.

Wat auteurs als Charles Fort (1874-1932) en Howard Phillips Lovecraft (1890-1937) al als onderwerp behandeld hadden - astronautenbezoek van vreemde planeten - ontwikkelde zich nu, aangewakkerd door sensationele berichten in de media, tot een ware UFO-manie (UFO=Unidentified Flying Object). Jaarlijks worden wereldwijd - in het kielzog van spectaculaire films als E.T.,Alien, Close Encounters of the Third Kind, Independence Day - steeds meer schijnbaar onverklaarde luchtverschijnselen waargenomen. Er deden berichten de ronde over ontvoeringen door ruimtewezens en over bizarre ervaringen van de ontvoerden (het wegnemen van lichaamsweefsel, verkrachtingen, implantaten in hersenen en ogen), en intussen is één op de twee Amerikanen van het bestaan van aliens en vreemde ruimteschepen overtuigd, onder wie Jimmy Carter en Ronald Reagan (Carter: ‘De ontmoeting met een ufo heeft mij de ongelooflijkste ervaring opgeleverd van mijn leven’). In Duitsland gelooft volgens de nieuwste representatieve steekproeven tussen de twintig en de veertig procent van de mensen in UFO-bezoek of in buitenaardse intelligentie. Velen zijn georganiseerd in UFO-verenigingen en zelfs in zelfhulpgroepen van mensen die door UFO’ss ontvoerd zijn (bijvoorbeeld in Berlijn). Boeken met speculaties over vroegere bezoeken uit het heelal (Charroux, Drake, Kolosimo, Von Däniken) en over de God van het Oude Testament als ruimtevaarder vinden gretig aftrek.

Nuchtere UFO-analytici voeren aan dat bijna honderd procent van de tot nu toe ‘ongeïdentificeerde vliegende objecten’ geïdentificeerd is.

Volgens deze deskundigen gaat het om schaalmodellen van heteluchtballonnen, planeten en sterren, meteorieten, weerballonnen, vliegtuigen, schijnwerpers of lasershows, het terugkeren van raketten in de dampkring, lichtreflecties en dergelijke. Voor het overige verwijzen ze naar godsdienstwetenschap, mythologisch onderzoek en volkskunde:

‘Ufonauten, grijze of groene mannetjes, zijn archetypische gedaanten die de technologische en sociale tijdgeest belichamen.’ (Eberlein, Kleines Lexikon der Parawissenschaften)

Natuurlijk zal dat UFO-aanhangers niet overtuigen, zelfs niet na de nieuwste onthullingen: ‘Al in 1956 wisten specialisten van de Amerikaanse luchtmacht, volgens een openbaar gemaakte geheime studie van de CIA, dat 96 procent van alle zogenoemde UFO-waarnemingen in werkelijkheid hun eigen test- en verkenningsvliegtuigen betrof.’

R. Henke zegt het met andere woorden in Der Skeptiker, nr. 1/1992: ‘Wie heilig in UFO’s gelooft, zal ze ook dikwijls zien.’

Elfen, → Geesten, →Kabouters, → X-files.

< >