Het begrip krokodillentranen (algemeen gebruikelijk in het Duits, Krokodilstranen; in het Engels, crocodile tears; en in het Frans larmes de crocodile), die een huichelaar vergiet, is afkomstig uit de Griekse myKrokodillentranen 141 thologie en uit bijgelovige denkbeelden uit de Middeleeuwen. Men dacht dat krokodillen huilden om mensen te lokken (Bestiaire Divin de Guillaume, 1210). ‘Als de krokodil een mens op wil vreten,’ schrijft Leonhard Thurneysser in 1583 (Onomasticonpolyglossori), ‘huilt hij van tevoren.
Zo zijn er ook talloze mensen die krokodillentranen huilen, mensen die doen alsof ze medelijden hebben, maar die daarna (als ze met hun huichelachtige woorden iemand helemaal voor zich gewonnen hebben) hun ware gezicht tonen.’ Andere bronnen berichten over een nog verraderlijker versie van het reptiel, dat zijn slachtoffers niet alleen op huichelachtige wijze verschalkte, maar na het feestmaal ook nog een potje ging zitten huilen - van loutere ontroering en wroeging.