Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

CHAM

betekenis & definitie

de jongste zoon van Noach, Gen. 5 : 32; 6 : 10; 7 : 13; 9 : 18, 22; 10 : 1; 1 Kron. 1 : 4, 8; 4 : 40. Zie over zijn afstammelingen Gen. 10 : 6—20.

Chams zoon Kanaän werd door Noach vervloekt, omdat C. in piëteit tegen zijn vader te kort schoot, toen deze naakt neerlag in zijn roes. Kanaän zal van gelijke geestesgesteldheid geweest zijn als zijn vader. Als zonen van C. worden Gen. 10 : 6 genoemd: Kusch, Mizraïm (Egypte), Put en Kanaän. Ps. 78 : 51; 105 : 23, 27; 106 : 22 zijn met „de tenten van C.” en „het land van C.” de tenten en het land van Egypte bedoeld.

< >